Silvester Draaijer
Nadat ik cum laude was afgestudeerd als Industrieel Ontwerper aan de TU-Delft ben ik helemaal afgedwaald van dat vakgebied. Samen met twee vriendjes heb ik nog een paar jaar een ontwerpbureau gehad maar in het begin hadden we geen geld. Ik moest er dus wat ‘bijklussen’ om een inkomen te verwerven.
Dat lukte heel aardig omdat ik een aanstelling kreeg als docent bij de HBO-opleiding Industrieel Productonwerpen in Den Haag. Zomaar in de schoot geworpen gekregen. Vol goede moed heb ik mij in het onderwijs gestort. En ik werd goed ingewerkt: ik kreeg een driedaagse training van de toenmalige onderwijskundige dienst van de TU-Delft en ik kon aan de slag. En ik moet zeggen, dat ging mij heel goed af. Begonnen als tutor in probleem gestuurd onderwijs ‘klom ik op’ naar ontwikkelaar van PGO-blokken, projectonderwijs begeleider, docent mechanica en afstudeerbegeleider. Ja, ik kon er wat van.
Ook kregen de daar aanwezige onderwijskundig adviseurs mij in het vizier: daar was een actieve docent die wel wilde innoveren. Ze verleiden mij een projectaanvraag in te dienen voor de toenmalige OnderwijsKwaliteitsfonds (OKF), gelden om een digitale mechanica cursus te maken. Dat project strandde jammerlijk.
Wat me echter goed bij is gebleven was de totale spraakverwarring die er tussen mij en de onderwijskundig adviseur bestond over expertise in mechanica kennis en kunde en het toetsen van mechanica kennis en kunde bij studenten. We werden niet boos op elkaar, maar begrepen elkaar niet. We bleven maar voortdurend aftasten wat de ander nu eigenlijk bedoelde.
Na deze periode ben ik verder gegroeid in het onderwijskundig vakgebied en in het bijzonder het domein van het toetsen. Ik ben daar denk ik nu zo’n vijftien jaar in werkzaam en heb ondertussen mezelf expliciet verder ontwikkeld en getraind. Dat doe ik onder andere door onderzoeksliteratuur te lezen en te bestuderen. Daar liep ik een poosje geleden tegen twee zeer interessante artikelen aan waar ik indirect op werd gewezen door Paul Kirschner van de OU. Het zijn artikelen van Kruger en Dunning (2003; 1999) met de welluidende titels “Why people fail to recognize their own incompetence” en “Unskilled and unaware of it: How difficulties in recognizing one’s own incompetence lead to inflated self-assessments”. Ik geloof dat de titels al genoeg zeggen: het is voor mensen heel erg moeilijk om over de grenzen van hun eigen kennis en kunde heen te kijken. Ze zijn zich niet bewust van hun kennislacunes en zijn ook niet in staat om deze zelf te ontdekken. Bovendien gaan ze zichzelf ook nog eens overschatten! Een ander interessant artikel dat ik las ging over het feit dat expertise zeer domeinafhankelijk is (zie bijvoorbeeld Ericsson & Charness, 1994): een goede voetballer is niet perse een goede voetbalpresentator (op de uitzonderingen na natuurlijk)
Nu gaat het schrijven van een goede column vaak het best als je je een beetje boos maakt. Je maakt je bijvoorbeeld boos over de onwetendheid van anderen (niet van jezelf natuurlijk). Zo wind ik mij nogal eens op over onwetendheid van docenten als het gaat over toetsen en beoordelen met gesloten vragen. Het valt mij op dat zij heel ongearticuleerd over dit onderwerp kunnen spreken (lees ter illustratie dit artikel eens Johannesen & Habib, 2010): ‘Toetsen met multiple-choice vragen zijn slecht’, ‘Ik hou niet van toetsen met multiple-choice vragen’, ‘open vragen zijn veel beter’, ‘studenten gokken zich met multiple-choicevragen door het curriculum’, etc. Ze maken ook allerlei beginnersfouten als het gaat om toets- en vraagconstructie en denken ongedifferentieerd over zaken als cesuurstelling. Het gaat zelden over de betrouwbaarheid of validiteit van toetsen of het feit dat uit onderzoek is gebleken dat de correlatie tussen parallelle toetsen met open en gesloten vragen zeer hoog is en toepassing van gesloten vragen een goede keus kan zijn om die reden.
In al die gevallen dwing ik mezelf om mildere gedachten te koesteren. Bijna alle docenten in het hoger onderwijs geven daar in de eerste plaats les vanwege het vakgebied waaruit ze komen. Daarin zijn ze expert. En ik denk terug aan mijn gesprekken met de onderwijskundig adviseur uit Den Haag. En hoe ik daar als net afgestudeerde ontwerper mij op een totaal ander vakgebied begaf: de onderwijskunde. Totaal onwetend!
En toch kwam het nog redelijk goed met zowel de onderwijskundig adviseur als ikzelf. Ik wens daarom iedereen in het onderwijs geduld, liefde voor het vakgebied van het opleidingdomein én van de onderwijskunde toe. En niet te vergeten een onderzoekende geest om verder te komen!
En oh ja, het ontwerpbureau liep op de klippen toen we wél geld verdienden. Maar ik had mijn nieuwe roeping toen al gevonden.
Bronnen:
Dunning, D., Johnson, K., Ehrlinger, J., & Kruger, J. (2003). Why people fail to recognize their own incompetence. Current Directions in Psychological Science, 12(3), 83-87. doi:10.1111/1467-8721.01235
Ericsson, K. A., & Charness, N. (1994). Expert performance: Its structure and acquisition. American Psychologist, 49(8), 725-747. doi:10.1037/0003-066X.49.8.725
Johannesen, M., & Habib, L. (2010). The role of professional identity in patterns of use of multiple‐choice assessment tools. Technology, Pedagogy and Education, 19, 93-109. doi:10.1080/14759390903579232
Kruger, J., & Dunning, D. (1999). Unskilled and unaware of it: How difficulties in recognizing one’s own incompetence lead to inflated self-assessments. Journal of personality and social psychology, 77(6), 1121–1134.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten