woensdag 25 mei 2011

Gezakt voor het examen, maar geslaagd voor het leven

Fietsenkelderwijsheid

Fietsenhokken zijn vaak niet de meest leerzame omgeving van een hogeschool. Maar toch valt ook daar wat te leren. Wat te denken van de graffiti die ik laatst aantrof in de stalling van een Zwolse hogeschool:

Gezakt voor het examen, maar geslaagd voor het leven


Als het over digitale portfolio's gaat, spookt deze zin me nogal eens door het hoofd. Zo'n beetje elke Nederlandse Hogeschool laat studenten werken in een digitaal portfolio. Met zo'n dossier tonen studenten aan hoe de vlag er bij hangt als het gaat om de ontwikkeling van hun studie en hun loopbaan. Helaas, als de opleiding afgerond is, is vaak ook de navelstreng naar het digitale portfolio doorgeknipt. De kalkende student uit de eerste alinea zou zeggen: het DPF is geschikt voor het examen, maar niet voor het leven. Tijd voor een radicaal andere kijk op dit opleidingsinstrument.

Menig student wordt door zijn HBO opleiding verplicht om een digitaal portfolio te onderhouden. Voor dat doel heeft zo'n hogeschool een digitale omgeving ontwikkeld en ingericht waar studenten aan de slag kunnen. Het portfolio is meestal opgeknipt in 3 lagen. In de onderste laag is de student alleen of met medestudenten aan het werk met opdrachten. In de tweede afdeling legt die student dit werk voor aan docenten of medestudenten ter beoordeling, terwijl de derde afdeling bedoeld is als "showcase". Die laatste afdeling is de etalage waarmee de student de rest van de wereld laat zien hoe competent hij is.

Dat lijkt een nobel streven, maar er zit wel een adder onder het gras. Het is namelijk de hogeschool die deze omgeving aanbiedt, inricht en onderhoudt. Daarmee blijft de reikwijdte van het portfolio beperkt tot medestudenten, docenten en als de techniek en de veiligheidsmaatregelen het toelaten, een enkele stagebegeleider. Dat is voor de eerste twee van de drie genoemde lagen nog voor te stellen. Maar heeft een student zijn studie afgerond, dan is hij daarmee vaak ook het recht kwijt om zijn "showcase" te onderhouden. Sommige hogescholen helpen de inmiddels ex-student nog door een DVD-tje met zijn complete portfolio te bakken, maar meestal is de student na zijn opleiding teruggeworpen op zichzelf. Hij kan opnieuw aan de slag om zichzelf op internet te profileren. Voor afgestudeerden het moment waarop ze zich soms voor het eerst oriƫnteren op de mogelijkheden van social media als LinkedIn, Facebook en Twitter.

Wat mij betreft gaat het roer radicaal om en behoort anno 2010 Professionele presentie op het internet tot de basiscompetenties van iedere HBO student. Dat betekent dat ze vanaf dag 1 van de propedeuse een profiel aanmaken op LinkedIn en daar vanaf datzelfde moment aan de wijde wereld laten zien hoe ze zich ontwikkelen als professional. En wel door middel van verwijzingen naar de bewijsstukken die die ontwikkeling aantonen en de reacties vanuit hun netwerk er op.

Het gevolg is dat studenten nog bewuster zullen nadenken alvorens ze hun producten voor het forum van vakgenoten en relaties presenteren. Bovendien leren deze studenten om in real-life hun netwerk aan te boren voor relevante kennis en commentaar. Wat zou het mooi zijn als studenten via internet mentoren vinden die ze op die manier coachen bij hun ontwikkeling. Door bijvoorbeeld LinkedIn als basis voor een digitaal portfolio te gebruiken leren studenten meteen om resultaten te boeken voor het echte leven, in plaats van enkel voor een tentamencijfer.

Welke HBO docent/student/beleidsmaker zou dat nou niet willen? Welke opleiding werkt al op deze manier? Welke opleiding heeft Professionele presentie op het internet al tot basiscompetentie verheven en hoe wordt dit beoordeeld? Ik ben benieuwd!

Hans Havinga
http://nl.linkedin.com/in/hhavinga

Geen opmerkingen:

Een reactie posten