De ICTO-afdelingen bij veel instellingen voor hoger onderwijs worden (vaak ingegeven door bezuinigingen) verkleind en soms volledig gedecentraliseerd. In hun bloeitijd werden allerlei mooie, interessante en veelbelovende ontwikkelingen gevolgd en bijbehorende tools aangeschaft. Nu moeten de instellingen, meer dan ooit lijkt het, de broekriem aanhalen. Zouden al die mooie tools van de ICTO-afdeling nog in gebruik zijn, en is er nog altijd behoefte aan? Hoe kom je daar achter, anders dan door naar de logfiles te kijken (als die er zijn)? Het antwoord lijkt simpel: vraag de studenten!
Studentenpanels
Een jaar of twee geleden was ik in de gelegenheid om, samen met een collega, met een aantal studentenpanels te praten over hun ervaringen met ICT in het onderwijs. Dit speelde zich af bij een grote hogeschool in het kader van een analyse van het totaal aan ICTO-voorzieningen. In zo’n vijf gesprekken kwamen we in totaal ruim 50 studenten tegen van allerlei opleidingen, van educatie tot techniek. Overigens hebben we in dat onderzoek ook gesproken met docenten, onderwijskundigen, ICT‘ers en andere actoren, maar daarover een andere keer.
Wat mij vooral is bijgebleven uit de gesprekken met studenten zijn drie punten:
- De studenten willen graag een training of introductieles in het gebruik van de ICTO-toepassingen, zeggen ze zelf. Maar, voegen ze er meteen aan toe, zo’n bijeenkomst moet dan wel verplicht zijn, anders komen we niet.
- Studenten willen erg graag ‘one stop shoppen’, dus liefst zo veel mogelijk informatie in één omgeving terugvinden. Welke omgeving dat is, maakt ze in principe niet uit. ‘Doe maar Blackboard, want daar zitten we toch elke dag in’.
- Als de instelling geen of onhandige voorzieningen aanbiedt, dan zoeken de studenten hun eigen oplossing wel, en blijft de ‘onhandige’ oplossing van de instelling ongebruikt.
Vorige week leidde ik een evaluatiegesprek met een groepje ICT-studenten, die dit voorjaar aan een nieuwe, duale opleiding zijn begonnen (nuancering: de opleiding zelf is niet nieuw, de duale variant wel). Deze groep studenten is bovengemiddeld bewust bezig met de opleiding en reflecteert actief op het eigen studiegedrag. Ze moeten wel, want de combinatie van (bijna) fulltime werken met een pittige hbo-opleiding dwingt tot efficiënt en effectief studeren.
Ook deze studenten komen al snel met het verzoek, of de opleiding ‘alles’ in Blackboard wil stoppen, want liever werken ze niet met verschillende omgevingen. Dus of we maar liever niet een aparte conferencing-omgeving willen aanbieden. En oja, graag een forum in Blackboard. Voor de goede orde: het gaat ook deze studenten niet speciaal om Blackboard, maar wel om de ‘one stop shop’.
Los van het gebruik van Blackboard en andere tools hebben sommige van deze studenten veel moeite met het vak wiskunde. Intussen hebben ze zelf online oefenprogramma’s gevonden. Snelle conclusie: voorzieningen die de hogeschool niet of beperkt aanbiedt, zoeken de studenten zelf op internet.
Stoppen is moeilijk!
Het hoger onderwijs heeft veel aan zijn hoofd deze dagen, je kunt de krant niet openslaan of iemand heeft wel weer een mening hoe de problemen (vooral van het HBO op dit moment) opgelost kunnen worden. Ik kan me voorstellen dat ICT, en in het bijzonder ICT in het onderwijs, daarbij vaak een lage prioriteit krijgt – daar hebben we de afgelopen twintig jaar al zo veel aan gedaan… Tegelijk denk ik, dat er op een aantal plekken vrij snel winst te behalen is door de ICTO-voorzieningen kritisch tegen het licht te houden Niet in de laatste plaats door ook aan de studenten te vragen, wat voor hen handig, belangrijk en interessant is. Daar zou zomaar uit kunnen komen dat sommige voorzieningen overbodig blijken te zijn, en dat de studenten zelf oplossingen vinden waar de instelling niet aan denkt.
Ja, ik weet het. Stoppen met systemen is moeilijk. Er zijn altijd professionals die overtuigend kunnen aantonen, dat ‘hun’ systeem essentieel is en onmogelijk kan worden beëindigd (graag gebruik ik zelf in dit licht eufemistische term ‘uitfaseren’). Het vraagt enige bestuurlijke moed om zo’n stap dan toch te zetten, maar ik ben ervan overtuigd dat de winst in veel gevallen groter is dan het verlies.
Michiel van Geloven, zelfstandig adviseur @ www.interimichiel.nl